Groene kan Hoog versierd aardewerk in Leiden. Foto: RHG

Als je door een museum wandelt, in dit geval in Leiden, kom je wel eens wat tegen wat je aandacht trekt. Dit gebeurde mij ook. Tijdens de tentoonstelling in het Rijksmuseum van Oudheden over Mummies zag ik een bordje met de verwijzing ‘vondsten Wieringermeer’ hangen. Dat is een seintje om eens verder te gaan kijken. Hier kwam ik de Vikingschat tegen van Wieringen en keurig ernaast een prachtige kan uit de Wieringermeer. Direct na de eerste drooglegging van de Wieringermeer ging de heer Wouter Cornelis Braat uit Delft ‘ter verkrijging van den graad van docter in de letteren en wijsbegeerte’ op onderzoek uit. Hij werd gesteund door de heren Holwerda, Breuer Belonje, Ottema en Boelens. Daarnaast waren de heren Schuurman, van der Bom en Harmsen de inspirators op het gebied van de geschiedenis van het pas drooggelegde land. Hij heeft een indrukwekkend proefschrift achter gelaten waaruit vele hun bevindingen staven. Er werden tal van ontdekkingen gedaan door de heer Braat die hij in het pr
oefschrift beschreef. Heel veel scherven uit de steentijd, bronstijd en vroege middeleeuwen. Het dorpje, Gawijzend, wat in 1334 opgeofferd is aan de zee kon men terug vinden aan de hand van resten van muren van een kerkje. Ook diverse sarcofagen zijn er gevonden. Nabij Wieringerwaard werden ook de contouren gezien van meerdere huizen. Braat ontdekte tijdens zijn onderzoek zeven vind plaatsen waar hij diverse fragmenten van aardewerk uit diverse periodes vond. Er waren diverse tonputten (afval putten) waar hij veel materiaal in vond. Een heel speciaal voorbeeld was de vondst van 8 groen geglazuurde fragmenten van kannen, een hiervan, een mooie groene kan, is gereconstrueerd en staat nu te pronken in het museum. Het is een bijzondere kan, door het rood bakkend aardewerk aan de binnenkant word dit ook hoog versierd aardewerk genoemd. Vertaald uit Engelse term High decorated pottery. Het is een bijzondere vroege groep binnen het rood bakkend aardewerk uit begin 13e eeuw. Kenmerkend aan dit aardewerk is de toepassing van twee of meer versiertechnieken. Deze kan wordt gedateerd tussen 1200 en 1350. Deze aardewerkgroep wordt ook wel aangeduid met de term ‘Vlaams aardewerk’. Het is een typische luxe waar en wordt dan in verhouding weinig aangetroffen. Het was voor de ‘welgestelde’ burgers bestemd. De motieven op deze kannen lopen uiteen, we treffen onder andere rozetten, schelpen, schubben en bloemen aan. De schelp motieven zijn van binnenuit in gedrukt naar buiten. De kan is bewerkt met groenkleurig glazuur wat puur decoratief is en niet direct gebruikt werd om de poreusheid te verminderen. De groene kleur krijgt men door toevoeging van koperoxide aan het glazuur. Het is uit het beginstadium van het bakken met deze techniek. In de zelfde vitrine in het museum lag ook naast de kan een andere bijzondere scherf, ook groenkleurig glazuur maar dan met een gezicht erop. Deze scherf is afkomstig van een ‘gezicht kan’. Een zeer speciale vondst ook nu weer. Dit fragment komt ook uit de13e eeuw.

RHG