Paul de Graaf trok in 1990 als 18-jarige boerenzoon weg uit de Wieringermeer om te gaan studeren in Rotterdam. Inmiddels werkt hij alweer vele jaren als (landschaps-)architect. Samen met collega’s promoot hij de duurzame stad: dankzij Eetbaar Rotterdam zijn stedelingen zich weer bewust waar hun voedsel vandaan komt. Paul over zijn inspiratie: ‘Mijn jeugd in de Wieringermeer op de boerderij en mijn kennis van het boerenbestaan helpen enorm om verbindingen te leggen. Het bloed kruipt waar het niet gaan kan.’ We laten hem verder aan het woord.

De eerste jaren
‘Ik ben geboren in 1972 op de Witte Hoeve, een boerderij aan de Koggenrandweg. Daar ben ik ook opgegroeid. Ik kan me nog het gevoel herinneren van de eindeloze zomers waarin ik als klein kind speelde met zelfgemaakte bootjes in de sloot naast de kapschuur. Het voeren van de (hobby)dieren in de wei voor het huis. Toeristen op de fiets, soms uit hele andere delen van de wereld, die vermoeid en verregend bij ons aan kwamen en dan mochten overnachten in het tuinhuisje. En later het weidse uitzicht vanaf de dijk, maar ook het kilometers fietsen door de polder, naar school of om op bezoek te gaan bij vrienden. Ik ging met plezier naar de Christelijke Basisschool in Middenmeer die in de tijd dat ik op school zat, na een wedstrijd onder leerlingen, De Wegwijzer werd gedoopt. Goede herinneringen heb ik ook aan de bibliotheek, dat kleine, houten gebouwtje. Hier heb ik veel boeken geleend en grammofoonplaten, aangevraagd uit de centrale discotheek in Amsterdam.
Het boerenberdrijf maakte dat er altijd volk op het erf was. Dat kon heel gezellig zijn. Naarmate ik ouder werd hielp ik meer mee op het bedrijf, met name in de zomer- en herfstvakanties. De stemming rond oogsttijd was heel bijzonder. Samen in een paar dagen tijd de oogst van een jaar werken binnen halen. En na afloop een biertje. Maar het werd me ook duidelijk dat ik geen boer wilde worden. Een keuze waar mijn ouders me altijd in hebben gesteund, al was er door mijn keus geen opvolger.”

Van Witte Hoeve naar Eetbaar Rotterdam
Na het vwo op Wiringherlant ben ik net als mijn zus gaan studeren in Delft en ben daar in 1998 afgestudeerd als architect. Tijdens mijn studie kwam ik er achter dat ik niet alleen geïnteresseerd  was in het ontwerpen en bouwen van huizen, maar ook in het landschap waarin die huizen komen te staan. Soms is het zelfs belangrijker om te bedenken waar een gebouw komt (en of het er moet komen), dan hoe het er uit komt te zien. Landschapsarchitectuur en duurzaamheid kregen mijn interesse en met deze vakgebieden ging ik in mijn afstuderen aan de slag. Het resultaat was een nieuwe buitenplaats waarin actuele ontwikkelingen in landbouw, natuur en recreatie werden verknoopt. Mijn eerste werkervaring deed ik op bij een bureau voor stedenbouw en landschapsarchitectuur. Daarna ben ik voor mezelf begonnen.’

Landbouw in dienst van de stad
In 2007 ben ik in mijn huidige woonplaats Rotterdam vanuit mijn interesse in kringlopen betrokken geraakt bij het thema stadslandbouw. Met een aantal Rotterdamse professionals uit diverse disciplines (landbouw, agronomie, horeca, architectuur) ben ik Eetbaar Rotterdam begonnen. Samen  hebben we voor Rotterdam een visie op stadslandbouw ontwikkeld. Niet om de stad te voeden, want dat gebeurt grotendeels op het platteland, maar wel om de stad duurzamer te maken: vormen van landbouw in dienst van de stad. Daarnaast is een belangrijk doel om mensen weer bewust te maken waar hun voedsel vandaan komt.’

Stadslandbouw biedt inspiratie aan agrariërs
Via mijn lezingen door het hele land en rondleidingen in Rotterdam merk ik dat ook agrariërs in allerlei soorten en maten stadslandbouw interessant vinden. In de stad wonen de ‘eindgebruikers’ van al die landbouwproducten. Bovendien biedt het boeren in de stad naast veel beperkingen ook andere mogelijkheden. Dat agrariërs hier inspiratie uit halen, vinden we alleen maar mooi. Niet voor niets zijn alle oprichters van Eetbaar Rotterdam stedelingen met een dorpse of boerenachtergrond. De kennis van beide werelden helpt ons om verbindingen te leggen. Het bloed kruipt waar het niet gaan kan.’

‘Inmiddels ben ik zowel met projecten in de stad als op het platteland bezig. Mijn jeugd in de Wieringermeer en de kennis die ik heb van het boerenbestaan neem ik daarin mee, al is er alweer een hoop gebeurd in de landbouw en in de polder. De grote bedrijfspanden en tuinbouwkassen aan de A7 die ik, als ik op bezoek ben bij mijn moeder, vanuit haar huis zie, zijn hiervan getuige.’
D96j19--luchtfoto

Verteld door: Paul de Graaf, 2014. Meer op: www.eetbaarrotterdam.nl
Geschreven door: Ina Hoogenbosch-Glas