Periode: 1944 – 1947
Verteld door: Piet Kistemaker
Plaats: Wieringerwerf

Tot zijn middel stond hij in de slaapkamer in het water

Er kwamen mensen uit Amsterdam langs, dit was vlak voor de onderwaterzetting. Vader en moeder waren bezig om zoveel mogelijk spullen op te ruimen om mee te nemen. Zo kwam het eens voor dat er Amsterdammers de winkel in kwamen en verbaast reageerden; o zijn jullie er nog? Ze draaiden zich om en gingen weer.

Ze kwamen om dingen weg te nemen. Toen werd men boos, nu snap je het wel dat zij ook wilden overleven. De familie trok naar familie op Wieringen. Toen de dag daar was, stond ik buiten bij mijn tante. Ze waren gewaarschuwd dat de dijk zou ontploffen. Een donderend geluid hoorden we; daar gaat de polder onder water, zei tante. Je besefte helemaal niet wat er gebeurde als kind, dat het niet goed was begreep ik best wel. Ik hoor het gedonder nog.

Vader is drie dagen daarna weer teruggegaan om te kijken hoe het ervoor stond. Met een bootje trok hij de polder in en trof daar een chaos aan. Het had de tweede dag na de ontploffing nog behoorlijk gestormd en door deze storm is eigenlijk alles verwoest. Het huis stond nog overeind. Het water stond halverwege de slaapkamers. Vader ging naar binnen en stond tot zijn middel in het water. Enkele passen deed hij, maar stopte toen hij besefte dat het niet veilig was, je kon niet zien of er gaten in de vloer zaten. Stel je voor dat je er in valt dan is het gebeurd met je. Nadat de polder weer droog was vond ik nog enkele glaasjes in het puin. Het waren de bruid en bruidegom glaasjes van vader en moeder. En nog enkele likeur glaasjes met karaf. Zo hebben we nog enkele dingen teruggevonden, zij het iets beschadigd.

Het puinruimen moesten we zelf doen. We hebben eerst de schuur laten bouwen met een pannendak dus geen planken afwerking aan de binnenkant. We sliepen daar en keken zo tegen de pannen. Ik weet nog dat het in 1947 vreselijk hard gevroren had. Tijdens deze vorst waren de dekens vast gevroren aan de pannen. De kachel stond en niet aan daardoor was de theepot kapot gevroren! Wat het leuke aan deze winter was is dat we heerlijk konden schaatsen. Op het kanaal dat parallel loopt met de huidige A7. Daar gingen we schaatsen. Bij de Helfrichlaan, die toen nog niet bestond, lag ook een kanaal, hier lagen planken over waar we overheen gingen en dan door het land naar het kanaal. Er was zelfs een koek en zopie tent. Er was toen helemaal geen weg. De E10 of nu A7 was er toen nog niet.

geschreven door: Ina Hoogenbosch-Glas