Het Neolithicum,de nieuwesteentijd, rond 5300 jaar tot c.a 2100 jaar voor Chr. brengt hier in de omgeving bewoners die in dit moerasgebied jagen en akkertjes beginnen aan te leggen. Uit die tijd is erg veel gevonden (zie de stickers op de kaart). Ook zijn hier vuistbijltjes gevonden. Er zijn meer dan twintig bijltjes gevonden in alle soorten en maten en die zijn aangegeven bij de archeologische dienst in Amersfoort. Daarnaast zijn er vele gevonden die niet bekend gemaakt zijn. Vuurstenen schrapertjes pijlpunten en een kling (langwerpig vuursteen waar werktuigen mee gemaakt werden; krabbers messen en pijlpunten) Ook hakken en hamerbijlen in diverse steen soorten en speerpunten. Klopstenen waar de mensen hun granen / tarwe mee maalden en klopten. Ook barnsteen, ( de naam barnsteen komt van brand omdat het kan branden) ook wel Amber genoemd, is gevonden.

Stukje Amber/ Barnsteen

Stukje Amber/ Barnsteen. Foto: RHG

Dit is fossiele hars van de naaldbomen. Ze maakten hier sieraden van en werd vaak als gift in het graf meegegeven. Maar ook van beenderen maakten ze werktuigen. U heeft vast wel gehoord over de boomstamkano van dik vijfduizend jaar oud. Hij is bij het Robbenoordbos gevonden en ligt nu in Lelystad ter conservatie. De kano staat op de derde plaats van oudste gevonden kano’s in Nederland en is in zijn soort uniek vanwege zijn lengte. Maar uit diezelfde periode komt een Nederzetting van de trechterbekercultuurmensen. De Hunebedbouwers beter bekend. En netjes gezegd uit het Neolithicum. Hier is een groot onderzoek gedaan en er zijn heel veel scherven van verschillende soorten potten gevonden en botten van dieren én mensen.

De mensen waren verzamelaars en dat kon je zien aan de resten van visgraatjes, de botten van eenden en runderen. Ook hebben ze een hond gehad omdat er een coproliet is gevonden, een versteende honden drol. Zij trokken dit gebied in en bouwden hier hun zomerverblijf achter Slootdorp. Wie weet is de kano wel van een van de bewoners geweest (wijs de vondsten aan.) In die overgangstijd van de oude steentijd naar het nieuwe kon je van Nijmegen naar Londen lopen omdat de zee zich behoorlijk ver had terug getrokken door de ijsvorming. Tot aan de Doggersbank was het droog, een Toendra landschap, vandaar de vele mammoet tanden en botten die in de vissersnetten gevonden worden tegenwoordig. Ook uit deze tijd is er een standvoetbeker

Standvoetbeker. Foto: RHG

gevonden en dat is ook al weer heel speciaal. Hij wordt gedateerd op 2500- 2100 jr. v Chr. U kunt deze bezichtigen in het Westfries museum in Hoorn. Ze liggen met andere stukken in de kelder maar zeker de moeite waard. Het Neolithicum, de jonge of late steentijd, is de periode in de geschiedenis van de mensheid waarin er een overgang plaats vond van jagen en verzamelen naar akkerbouw en het weiden van kuddes. Deze eindigt weer met de ontdekking van de metaalbewerking, koper, later brons waarna de bronstijd begint. De vondst van bronzen voorwerpen is zeldzaam in Nederland. Brons was kostbaar en werd vaak omgesmolten of als offer gebruikt. Offers bracht men vaak op natte plaatsen zoals vennen, plassen en rivieren. Een hielbijl is een van de weinige vondsten uit de bronstijd en stamt uit c.a. 2600-1200 v Chr.

RHG

 

Hielbijl